Kunstraatproblemen

Beëindiging rechtszaak vervuilde kunstraat

Imkers maakten in de zomer 2016 melding van een ongewoon patroon in de ontwikkeling van werksterbroed. Oorzaak bleek een met stearine vervuilde partij bijenwas, door China in Europa verkocht, die tot kunstraat was verwerkt. De NBV spande tegen leverancier op de Nederlandse markt - De Bijenhof uit België - een rechtszaak aan. Deze vond uiteindelijk plaats op 23 januari 2019 in Arnhem.

De rechter deed geen uitspraak. De rechtzaak werd op 6 maart 2019 beëindigd met onderstaande gezamenlijke verklaring van de NBV en de Bijenhof.

De rechtszaak die de NBV had aangespannen tegen Bijenhof uit België, de leverancier van met stearine vervuild gebleken kunstraat, is geëindigd.

Tijdens de zomer van 2016 werd bij imkers duidelijk dat er iets aan de hand was met in dat jaar nieuw gekochte kunstraat. Raten werden belegd, maar slechts een deel van de larven kwam tot ontwikkeling. Het leek op het zogenaamde hagelschot, maar dan een gradatie erger. De NBV vroeg haar leden via het ingestelde meldpunt kenbaar te maken of en we Ike mate men dit patroon herkende. Ook vanuit omringende landen kwamen dat jaar vergelijkbare berichten. De Belgische Voedsel en Waren Autoriteit waarschuwde in oktober van dat jaar voor het gebruik van pakken kunstraat met bepaalde serienummers. Die bleken afkomstig te zijn van Bijenhof. De eerste laboratoriumtest in Nederland wees uit dat de was met stearine vervuild was. In het najaar heeft de NBV Bijenhof voor het eerst aansprakelijk gesteld voor de geleden schade van bij haar aangesloten imkers.

Uit onderzoeken in 2017 en 2018 in onder meer België, Nederland en Oostenrijk bleek dat er stearine was verwerkt in de eerder verkochte kunstraten. Uit deze onderzoeken kwam verder naar voren dat stearine vanaf een bepaalde concentratie schadelijk kan zijn voor de ontwikkeling van het werksterbroed. Aangezien de Bijenhof alle aansprakelijkheid had afgewezen, heeft de NBV in het najaar van 2018 het bedrijf gedagvaard. De zitting vond op 23 januari jl. plaats in Arnhem. Tijdens deze zitting werd de NBV bijgestaan door Van Veen Advocaten te Ede. Ook drie van haar leden waren aanwezig. Bijenhof verklaarde dat de bijenwas uit China werd geïmporteerd en deze zonder verdere manipulatie, toevoeging of wat dan ook werd gebruikt voor de productie van de kunstraten. Bijenhof produceerde deze bijenwas dus niet zelf. De gebruikelijke vereiste kwaliteitstesten werden uitgevoerd op de was maar lieten niets verdachts zien. Destijds was omtrent de eventuele schadelijke invloed van stearine op de ontwikkeling van het werksterbroed namelijk nog niets bekend, zodat controle op stearine niet in het protocol was opgenomen en er evenmin sprake was van richtlijnen omtrent toegelaten hoeveelheid stearine in de bijenwas. Bijenhof kon van de vervuiling noch de verspreiding dus een verwijt worden gemaakt.

De rechter gaf na het horen van de standpunten aan van oordeel te zijn dat beide partijen benadeeld waren. Verhaal halen bij de Chinese leverancier zou onbegonnen werk zijn. Ter zitting bleek verder dat het moeilijk zou worden om bewijs over te leggen van de stelling dat de betrokken imkers dode bijen hadden door de stearine bijmenging. Partijen hebben daarom ter beëindiging van het geschil een voor hen beiden bevredigende regeling getroffen. Alle ophef heeft ervoor gezorgd dat de normering voor bijenwas bij de Europese Commissie in Brussel op de agenda staat.

Toegevoegd op 11 maart 2019