Kunstraatprobleem-bericht 15 september 2016

 

Aan de leden van de NBV

Begin augustus ontving u bericht over broedsterfte op nieuwe kunstraat. Indien u vergelijkbare problemen had, kon u die doorgeven op ons meldpunt. In ruim een week ontvingen we 140 reacties waarvan de meeste overeenkwamen. Enkele Belgische bonden openden eveneens een meldpunt vanwege vergelijkbare klachten.

De NBV heeft contact gezocht met Bijen@wur, het Rikilt en de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) en instanties in België. In beide landen zijn laboratoriumonderzoeken gestart. Uit de onderzoeken komt naar voren dat de samenstelling van de kunstraat niet zuiver bijenwas is. Er heeft bijmenging plaatsgevonden van stearine en in mindere mate parafine. De was is afkomstig van buiten Europa. De mate van onzuiverheid is waarschijnlijk van invloed op de sterfte van het broed. Ook lijkt de zeep, nodig in het productieproces van de kunstraatvellen, in het geding te zijn. Zekerheid daarover is er nog niet.
In omringende landen Duitsland en Frankrijk komen dezelfde problemen voor. Er is onderling contact over vorderingen in de onderzoeken. Het is voor het eerst dat broedproblemen worden toegeschreven aan kunstraat. Onbekendheid hiermee maakt het voor de onderzoekers extra ingewikkeld.

Wij vragen u raat, waarop u het verschijnsel heeft waargenomen, te bewaren. Dat geldt ook voor nog ongebruikte kunstraat, inclusief de verpakking.

De afgelopen weken werden ook vragen gesteld over de kwaliteit van de honing. Ook deze vraag hebben we doorgespeeld naar de NVWA. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat het invloed heeft.

Hopelijk krijgen we snel duidelijkheid over de oorzaak en kunnen we aan het werk om het komend seizoen onze volken van beter basismateriaal te voorzien.

Met vriendelijke groet,

Jan Dommerholt
Voorzitter NBV