Winter-APK 2013-2014

Uitkomst 1e onderzoek 

Wintersterfte 2013/2014 onder de Winter APK-volken: een trendbreuk met het verleden? Dit is de titel van de bevindingen van het eerste onderzoek afgelopen winter. De 63 deelnemers van het project ‘Winter APK check van bijenvolken’ hebben 525 volken ingewinterd en 495 volken uitgewinterd. De totale wintersterfte bedroeg 5,7% (Betrouwbaarheids Interval (BI)95%: 4.0% - 8.1%).

Conclusie

  • De sterfte onder de zwakke/niet verenigde volken was 22,8% (BI 95%: 13.7% - 35.4%). De sterfte onder de normale/sterke volken was 3.2% (BI 95%: 1,9% - 5,25%);
  • Zwakke volken hebben veel meer kans (factor 7 in dit onderzoek) om verloren te gaan tijdens een winter;
  • Alle  volken, die in november werden verenigd, overleefden de winter. Door de beperkte data is het echter niet mogelijk te concluderen of verenigen in november de wintersterfte verlaagd.

In de komende winter van 2014-2015 zak er meer specifiek gekeken worden naar die groep zwakke volken en of die de winter wel of niet haalt. Mogelijk dat is vast te stellen wat de ondergrens is van de volksgrootte waardoor er gericht gekozen kan worden voor verenigen of juist niet. 

Lees het volledige verslag (PDF)

 

 Eerste uitvoering Winter-APK in de winter 2013-2014

De methode

Met het inwinteren van onze bijen sluiten we onze werkzaamheden in de bijenvolken in september af. De meeste van ons voeren, voor we in augustus beginnen met inwinteren, nog een laatste check uit op de grootte van de bijenvolken. Volken, die te klein zijn (en kans maken de koude lange winter periode niet door te komen) in de ogen van de imker, worden soms verenigd.

Bij deze laatste check op onze bijen doet zich een vreemd fenomeen voor. De meeste bijen, die we begin augustus aantreffen, zullen het begin van de winter niet halen. De nieuwe generatie langlevende "winterbijen" wordt, indien alles goed verloopt, in de periode van 1 augustus tot 1 november geboren. 
In maart zullen we dus bijna allemaal andere bijen in onze volken aantreffen dan begin augustus. Helaas haalden de voorgaande jaren ca 20% van onze volken de eindstreep van de winter niet. Soms zijn de volken verdwenen, soms treffen we ze dood aan op de bodem van de kast.

 

Wat speelt zich in de volken af in de winter?

We weten vaak niet goed wat er zich in de winterperiode van onze volken afspeelt.

  • Sommige imkers treffen al lege kasten aan tijdens de oxaalzuurbehandeling in december/januari. 

  • In andere gevallen zien we tussen de volken duidelijke verschillen in het aantal straatjes. 

  • Zodra we in maart dode volken of lege kasten aantreffen, hoor je vaak imkers de opmerking maken: "die volken waren ook al erg klein tijdens de oxaalzuurbehandeling". Men heeft het zien aankomen, maar niet tijdig kunnen ingrijpen.

 

APK-check maart '14

Afgelopen maanden vond voor het eerst de Winter-APK plaats. Enkele feiten.

  • uitslag van deze eerste Winter-APK: wintersterfte blijft onder de 7%!
  • 63 imkers meldden het resultaat in maart
  • in het najaar hadden ze 525 bijenvolken.
  • eind maart waren er nog 495 in leven.
  • tijdens de apk-check in november werd ca. 1 op de 10 volken als zwak gekenmerkt. Onder deze groep zwakke volken was de wintersterfte aanzienlijk hoger dan het gemiddelde van de totale groep. Van het totaal werden eind oktober vorig jaar nog 10 volken verenigd.

 

APK-check november '13

In november heeft bijna 89% van de aangemelde imkers de volken  op sterkte gecontroleerd op basis van zichtbare straatjes bijen bovenin de kast.

De bevindingen waren als volgt:

  • 530 volken gecontroleerd
  • 46% van de imkers heeft 1 of meer zwakke volken
  • 10,4% van de gecontroleerde volken is zwak
  • van de zwakke volken werden er slechts 12 verenigd.
  • 4 kasten bleken niet meer bevolkt te zijn.

Goed in het eiwitvetlichaam

Uit onderzoek is gebleken dat de langlevende bijen zich met name ontwikkelen in de periode van 1 augustus tot 1 november. Niet iedere bij, die in die periode geboren wordt, ontwikkelt zich tot langlevende bij. Doet een bij nog mee aan het voedsel verzamelen en/of het voeren van de larfjes, dan wordt er geen of onvoldoende eiwitvetlichaam opgebouwd en sterft de bij na een leven van 2 tot 7 weken. Een goed ontwikkeld eiwitvetlichaam is een randvoorwaarde om een langlevende bij te worden. Een andere voorwaarde voor een langer leven is een volwaardige ontwikkeling van ei tot bij. Dat wil zeggen zonder gewichtsverlies geboren worden zonder belasting of aantasting in de popfase door mijten. Virale infecties, soms in combinatie met een verminderde weerstand, kunnen eveneens het leven van een bij verkorten.

Te kleine wintertros

De slechte ontwikkeling van een langlevende populatie bijen in de winter kan er toe leiden dat de in september ingewinterde populatie in november gedecimeerd is. Echter, het is goed mogelijk dat bijen, die dan nog resteren, langlevend zijn. Maar doordat ze bestaan uit een te kleine populatie kunnen ze alsnog sterven als gevolg van een gebrek aan thermo-regulerende capaciteit. Een mogelijke manier om hier iets aan te doen is door volken, die in november te klein zijn om als volk te overwinteren, te verenigen met een ander volk dat ook onder de kritische massa zit. Er zijn veel verschillende factoren die kunnen bijdragen aan wintersterfte van bijenvolken.

Een belangrijke gemeenschappelijk symptoom van wintersterfte is het gebrek aan voldoende langlevende winterbijen om het voorjaar te halen. Het proces waarbij langlevende bijen worden gevormd, wordt dan verstoord door externe factoren zoals ziekten, pesticiden, slechte voeding en aantasting door de varroamijten.

Bijenkolonie 'winterklaar'

Per 1 november is de bijenkolonie winterklaar: 95 procent van de dan levende bijen zijn langlevende winterbijen. Het is echter de vraag welke omvang deze populatie op dat moment heeft. Voor de meesten van ons is dit volstrekt onduidelijk. Zoals gezegd eindigt het actieve bijenseizoen voor vrijwel alle imkers in augustus of september, we laten de bijenvolken verder met rust en weten niet in hoeverre onze bijenpopulaties in die opbouwfase naar winterbijen gekrompen zijn.

Aanleiding onderzoek

In samenspraak tussen imkers, de NBV en BIJEN@WUR is de vraag gerezen of een controle op de omvang van bijenkolonies per 1 november, het moment dus waarop de langlevende winterbijen aanwezig zouden moeten zijn, eventueel gekoppeld aan een vereniging van de te kleine volken, positieve invloed heeft op overlevingskansen gedurende de winter van bijenvolken.

Onderzoeksplan

BIJEN@WUR heeft voor dit onderzoek in de zomer van 2013 een onderzoeksplan 'winter-APK voor bijenvolken' ontwikkeld. Hierbij worden imkers gevraagd hun medewerking te verlenen aan dit praktijkonderzoek. Het onderzoek richt zich met name op de volken, die naar het inzicht van de imker per 1 november onder de gangbare volkssterkte scoren en mogelijk verenigd zouden kunnen worden.

20 februari 2012 3,7 graden in de schaduw, zonnig weer: bijen op de wintertros

 

Waarbij kunt u helpen

De belangrijkste onderzoeksvraag, die met dit onderzoek mogelijk beantwoord kan worden, luidt:

"Kan de kans op overwintering van (kleine) bijenvolken vergroot worden door ze alsnog te verenigen in november?".

Aanmelden

Imkers, die belangstelling hebben een bijdrage te leveren aan dit onderzoek worden opgeroepen zich te melden via het volgende e-mailadres: winterbijen@gmail.com.

Graag in de mail aangeven hoeveel volken u van plan bent in te winteren en of u wel of niet bereid bent om de naar uw mening te kleine volken te verenigen.

Wat wordt gevraagd

Controle op 1 november
Er wordt van u gevraagd uw volken per 1 november te openen en te controleren op volksgrootte.

  • Indien de volken, uitgaande van spaarkastformaat, minder dan gemiddeld scoren voor wat betreft de grootte (bijv. minder dan 5 straatjes), dan verzoeken wij u de betreffende volken digitaal te fotograferen en de foto's door te sturen voor een nadere analyse.
  • Vervolgens bepaalt u zelf of u de betreffende volken wel of niet wilt verenigen. Mocht u willen verenigen dan moet de samengevoegde nieuwe grootte ten minste 7 straatjes bijen vormen.

Controle maart/april
Eind maart/begin april vragen wij u dezelfde (kleine) volken c.q. de verenigde volken voor de tweede keer te fotograferen. Dus zowel de imker, die niet wil verenigen, als de imker, die wel gaat verenigen zijn beiden welkom bij dit onderzoek.

Nadere instructies in oktober

Indien u zich aanmeldt voor dit onderzoek krijgt u rond half oktober per e-mail nadere instructies omtrent de wijze waarop de volken genummerd en gefotografeerd moeten worden, zodat alle volken binnen het onderzoek goed geïdentificeerd en vergeleken (1 nov/31 maart) kunnen worden.

We hopen met dit onderzoek vast te kunnen stellen of een winter APK-check op onze bijen en het verenigen van volken vlak voor de winter een positieve bijdrage kan leveren bij het terugdringen van de wintersterfte.