Wintersterfte 2018-2019

De winter - voor zover we daar van kunnen spreken - loopt op zijn eind. De bijen hebben hopelijk al een keer de omgeving verkend. Dit betekent dat het bijna tijd is om de wintersterfteenquête weer in te vullen. Maar niet voordat we nog even terugkijken naar de resultaten van vorig jaar.

In het voorjaar van 2019 deed bijna 20% van de Nederlandse bijenhouders mee aan de wintersterfte-enquête over de winter van 2018-2019. Er werd niet alleen gevraagd naar de sterfte van volken, maar in samenwerking met COLOSS en in opdracht van het ministerie van LNV werden er ook een aantal verdiepende vragen gesteld. Nu alle gegevens onder de loep zijn genomen is het rapport klaar en kunnen we nog een keer terugblikken op de resultaten.

Een paar in het oog springende resultaten:

  • De landelijke wintersterfte van bijenvolken bedroeg 9% en 69% van de deelnemers gaf aan geen wintersterfte van bijenvolken te hebben.
  • Van de 30% die wel wintersterfte had, gaf 68% aan dat dit terug te voeren was tot problemen met de koningin (moerloos, darrenbroedig, etc.)
  • Op basis van de resultaten wordt het aantal bijenvolken in Nederland geschat op 75.000, beheerd door iets meer dan 10.000 bijenhouders.
  • Een kwart van de bijenhouders reist met de bijen naar drachtgebieden
  • Iets meer dan 1 op de 10 respondenten bestrijdt varroa niet.

In totaal werden 24 inhoudelijke vragen beantwoord. Deze enquête werd uitgevoerd in samenwerking met de NBV, Imkers Nederland en de BD-imkers.

Resultaten beschikbaar

De bevindingen van de uitwinteringsonderzoek 2018-2019 zijn na te lezen in het rapport.

Op een A4-poster zijn de resultaten samengevat.

 

Enquête 2020

Ook in 2020 wordt er weer een enquête gehouden, welke onder de leden van de bijenhoudersverenigingen worden verspreid. Rond 15 april kunt u een uitnodiging verwachten!

 

 

Wat vooraf ging aan de enquête in april 2019

Het gebeurt iedere jaar weer: de wintersterfte van bijenvolken. Grofweg kan het aantal bijenvolken dat tussen oktober en maart doodgaat als wintersterfte worden beschouwd. Dit verlies wordt in het daaropvolgende groeiseizoen weer teniet gedaan door de aanwas van nieuw opgezette volken. Niettemin wordt wintersterfte gezien als een belangrijke indicator voor de gezondheid van het bijenbestand. Door nauwkeurig te kijken naar de omvang van de wintersterfte en de factoren die daar een rol bij spelen, kunnen we inzicht krijgen in de knelpunten waar we als bijenhouderij mee te maken hebben. En dat is nuttig.

In de laatste jaren valt de wintersterfte in Nederland mee te vallen. Althans, met uitzondering van de winter van 2017-2018 lag het landelijk gemiddelde de afgelopen 6 jaar onder de 15%, met als absolute positieve uitschieter de winter van 2015-2016. Toen werd de wintersterfte berekend op 6,5%. Uit een eerdere steekproef komt naar voren dat een wintersterfte van 10% of lager voor bijenhouders acceptabel is.  

Surveillanceprogramma en COLOSS

Bijen@wur voert sinds 2013 in samenwerking met de bijenhoudersverenigingen in april een telefonische enquête uit. De laatste twee jaar is dit in de vorm van een online enquête gebeurd als onderdeel van het Surveillanceprogramma. Daarnaast heeft Romée van der Zee van het NCB van 2009 tot 2016 de COLOSS-enquête aan de Nederlandse bijenhouders voorgelegd. Zij wist jaren achtereen meer dan 1500 bijenhouders te motiveren om de COLOSS-enquête in te vullen.

Vanaf dit jaar wordt er één enquête uitgevoerd waarin beide initiatieven verenigd worden. Rond de bloei van de paardenbloem zullen we in samenwerking met de bijenhoudersverenigingen en -organisaties een enquête rondsturen in de stijl van COLOSS (https://coloss.org/core-projects/colony-losses-monitoring/ ), maar toegespitst op de Nederlandse bijenhouders. Om dit mogelijk te maken, werken we samen met de Universiteit van Gent (www.honeybeevalley.eu), die de infrastructuur biedt voor een online vragenlijst. Daarnaast zorgt de samenwerking voor de mogelijkheid om de Vlaamse en Nederlandse resultaten te vergelijken en van mogelijke verschillen te leren.

Wat gaan we vragen?

We willen met de hulp van Nederlandse bijenhouders te weten komen wat de volkssterfte was in de winter van 2018-2019. Daarnaast zullen we een aantal verdiepende vragen stellen, onder andere over de manier van bijenhouden, de dracht en de wijze van varroabestrijding (of niet).

Wat levert het op?

In de eerste plaats levert het een inschatting op van de landelijke wintersterfte van bijenvolken en een aantal kengetallen zoals het gemiddelde aantal volken per imker en het totaal aantal bijenvolken. Daarnaast geeft het inzicht in de achtergrond van de sterfte en de visie van de bijenhouder op de oorzaken van wintersterfte. Dit is belangrijk omdat het inzicht geeft in de prioriteiten die bijenhouders geven aan de knelpunten die ze ervaren. Dit kan uiteindelijk meegewogen worden in beleidskeuzes, bijvoorbeeld voor het uitstippelen van onderzoek of het optuigen van activiteiten door bijenhoudersorganisaties zoals het onderwijs. Het is belangrijk dat zo veel mogelijk bijenhouders de enquête invullen. Daarmee krijgen we een zo volledig mogelijk beeld van wat er speelt. We hopen – nee rekenen – op opnieuw meer dan  1500 respondenten!  

Bram Cornelissen en Jolanda Tom (Bjien@wur)

Frank Moens (NBV