Bloembollen voor bijen: een must in voorjaar en zomer

 

Nectar en stuifmeel is hét voedsel voor bijen, hommels en talloze andere insecten. Nectar dient als brandstof voor de spieren en stuifmeel is als eiwitbron de basis voor het voeden van de jonge bijen, beginnend in het larve-stadium. Zonder ruim aanbod van stuifmeel zullen er geen nieuwe, jonge bijen worden geboren. De vitaliteit van een honingbijenvolk is voor een belangrijk deel afhankelijk van een gevarieerd stuifmeelaanbod het hele seizoen. door Hoe meer er vanaf het voorjaar voorhanden is, hoe beter. Dat geldt net zo de solitair levende wilde bijen en de hommelvolkjes.

Bijenvolken kunnen vaak nog wel even teren op de aangelegde honing-/suikervoorraad. Voor stuifmeel ligt dat anders. Vers stuifmeel moet van buiten de kast komen. Bloeiende bol- en knolgewassen leveren een geweldige bijdrage aan die stuifmeelbehoefte.

Bollen planten kan van vroege herfst tot medio december

Het aanplanten van bollen en knollen die in het vroege voorjaar bloeien kan tot de eerste echte vorst in het najaar: in het algemeen ongeveer tot half december.

Bij bollen in het vroege voorjaar denken mensen aan crocussen. Niet verwonderlijk want in veel plaatsen zien we in het openbaar groen velden paarse of gele crocussen. Ze leveren op zonnige dagen veel stuifmeel. Het stimuleert de bijenvolken tot groei. De bloei is echter van korte duur en daarna is er minder voorhanden voor de insecten die dan pas actief worden.

Mini Keukenhof

Gelukkig gaan veel gemeenten en ook particulieren over op het aanplanten van een bollen / knollenmengsel met een langdurige, opeenvolgende bloeiperiode. Zo’n bollen mengsel geeft, mits goed van samenstelling een opeenvolgende kleurenpracht.  Dan kan op grote oppervlakten in gemeenteplantsoenen, maar ook in tuinen kan een mengsel worden geplant zodat er een mini-Keukenhof kan ontstaan.

Samenwerking met bollenteler JUB-Holland

De NBV werkt als sinds 2012 samen met JUB-Holland en stimuleert de aanplant van bijen mengsels bij gemeenten in het openbaar groen. JUB sponsort de NBV al jaren, dus het mes snijd aan 2 kanten. Inmiddels zijn duizenden vierkante meters ingeplant. Probeer je eigen gemeente ook te stimuleren dit te doen.
JUB-artikelen zijn in diverse tuincentra te verkrijgen. Ook winkels voor imkermaterialen hebben vaak een sortiment in de aanbieding. Zie de pakketten met bijen- en vlindermengsels. Vlindermengsels zijn meer toegespitst op een latere periode in het voorjaar met het accent op Allium.

Kwaliteitskeur

JUB Holland garandeert een uitstekend product dat duurzaam is geproduceerd,verpakt en vervoerd. JUB Hollanddraagt de hoogste MPS-A certificering en is daarnaast Greenlabel en Planet Proof gecertificeerd. Meer informatie vind je op hun website.

 

Een veelheid aan soorten voorhanden: een aantal voorbeelden

Er zijn volop botanische bollen en knollen verkrijgbaar. Kies voor soorten die in staat zijn te verwilderen. Je ziet ze bijvoorbeeld massaal op Stinzen, oude landgoederen in Friesland. Daardoor vallen deze soorten onder de noemer stinzenflora: beschreven in de prachtige Basisgids ‘Stinzenplanten’, uitgegeven door de KNNV.

De crocus komt natuurlijk als eerste in onze gedachten. De bonte crocus (Crocus vernus) en de boerencrocus (C. tommasinianus) vormen kleurijke edelstenen in het gazon.

Anemonen zijn bij uitstek stuifmeelleveranciers. Der blauwe anemoon (Anemone apennina) en de bosanemoon (A. nemerosa) zijn er in diverse variëteiten te krijgen. Ook de soort A. blanda is een aanwinst.

Blauwe druifjes waar de bijen onder moeten hangen om het stuifmeel en de nectar te bemachtigen. De Muscari botryoides en de M. latifolium zijn goede keuzes om aan je mengsel toe te voegen.

Wat de denken van botanische tulpen met de bostulp (Tulipa sylvestris), de gele ster die schijnt als de kerstster is uitgedoofd. De kleine laagbloeiende Turkestaanse tulp (T. turkestania) kan op een zonnige dag bezaaid zijn met bestuivende insecten.

Het kievitsbloem (Fritelaria maleagris) is ook in diverse variëteiten te krijgen.

Bijna alle alliumsoorten - de sieruien - zijn uitstekende bijenplanten. De laagblijvende geel bloeiende Allium moly mag zeker niet ontbreken. De daslook (Allium ursinumis) is een makkelijke soort die zich geweldig uitzaait. Gedurende een paar weken getooid met een tapijt van witte bloemen. En natuurlijk de bieslook (Allium schoenoprasum), het veel gebruikte kruid in de keuken bloeit met mooie paarse bollen aan het begin van de zomer. Als toegift ook de kleurrijke grote soorten als de A. gigantheum maar ook de A. purple sensation of de opvallende Nectaroscordum siculum met een hangend lichtgekleurd boeket.

Hyacintjes in allerlei afmetingen en bloemvorm mogen niet ontbreken. Zoals Scilla bifolia en S. siberica en meer van deze soorten, zoals de Scilla non-scripta die nu Hyacinthoides non-scripta heet.

In het rijtje ontbreekt nog de bekendste vroegeling: het sneeuwklokje. Met het steeds eerder warmer wordende voorjaar kunnen de bijen ook van dit bolgewasje profiteren. De bekendste zijn Galantus elwesii en G. nivalis