Bijenwerk maart/april

 

Download dit artikel als PDF-bestand

 

Na een vorstperiode van enige weken was het dan op 30 januari zo ver: de temperatuur kwam vrijwel overal, uitgezonderd het noorden van ons land, boven de 13 graden Celsius. Met een waterig zonnetje en veel wind is het een drukte van jewelste voor de bijenkasten. De van de wintertros los geraakte en gestorven bijen kunnen weer opgeruimd worden van de kastbodem. 

Controle voedselvoorraad

 

Door het gebruik van plexiglas of folie - in plaats van de traditionele houten dekplank - onder een goed geïsoleerd dak is het goed te zien hoe de bijen van de wintertros los komen. Ze verspreiden zich duidelijk over alle ramen. De aanwezigheid van nog verzegeld wintervoer is door het plastic ook goed te zien en te controleren.
Een andere manier om de wintervoorraad aan voedsel te controleren is het optillen van de achterkant van de kasten. Juist door het gewicht van meerdere kasten te vergelijken zijn de mogelijke probleemgevallen er makkelijk uit te halen.
Bij een goede, niet te zuinige inwintering (14 kg suiker bij 1 BK, 20 kg bij 2 BK's) mag dit fenomeen eigenlijk niet voorkomen. Het kleine broednestje, dat bij de meeste volken al aanwezig is, legt in de maand februari nog geen groot beslag op de reserve voedsel voorraad.
Door de aanvoer van vers stuifmeel zal met name in maart het broednest sterk vergroot worden en neemt de behoefte aan honing als voedsel voor bijen en larven in de vorm van wintervoer - nu de wilgen nog niet bloeien - sterk toe. Het gebruik van wintervoer is in februari gemiddeld 1,5 kg en in maart 2 kg. In de daaraan voorafgaande periode is het maandelijkse gebruik gemiddeld slechts 0,75 kg.

Dreigend tekort aan voedsel

Mocht de kast in vergelijking met andere kasten bij het liften van de achterkant bijzonder licht aanvoelen, dan moet er ingegrepen worden. Het verdient de voorkeur om 2 voorraadramen (ca 5 kg voer) met verzegeld wintervoer uit een of twee andere volken (met nog overgewicht) over te hangen naar het te lichte volk. De ramen moeten tegen het broednestje aangehangen worden.
Een andere veel gebruikte methode, waarbij het volk niet verstoord hoeft te worden, is om een 2,5 kg pak suikerdeeg (met ronde opening in het plastic gesneden) op het voergat van de dekplank te leggen. Door de opstijgende warmte zullen de bijen dit voer - indien noodzakelijk - geleidelijk opnemen.

Hygiëne

Met de huidige virusdruk - het gevolg van o.a. varroamijten - en de aanwezigheid van Nosema sporen in de volken, is het goed om begin maart de bijen te helpen met de voorjaarsschoonmaak door de vervanging van oude ramen en het schoonmaken van de bodem. Indien men overwintert op 1,5 bak (1 HK met daarboven 1 BK) of op 2 bakken (2 BK's), dan kan men simpelweg de onderste bak met raten (die begin maart hoogstwaarschijnlijk door de bijen verlaten is) in zijn geheel wegnemen, door de bovenste broedbak met bijen op een schone reservebodem te plaatsen. De dekplank of het plexiglas blijft gewoon op de broedkamer. De gebruikte, vieze bodem kan ter plaatse afgekrabd worden en met een brander ontdaan worden van infecties en voor de volgende kast als wisselbodem gebruikt worden.
Zodra de wilg in de tweede helft van maart bloeit en de bijen volop stuifmeel halen, kan een 2e BK terug geplaatst worden voorzien van nieuwe ramen en kunstraat. Deze 2e bak wordt in verband met het handhaven van de temperatuur in het broednest op de bodem onder de nog aanwezige broedkamer geplaatst. Deze methode heeft als voordeel dat het broednest niet verstoord wordt en het warmteverlies zo gering mogelijk is.
Vooral in het vroege voorjaar is een volk, dat bezig is zijn winterpopulatie te vervangen door jonge bijen, zeer kwetsbaar voor warmteverlies en dus ontvankelijk voor ziektes.
Aangezien de koningin half maart al honderden eitjes per legt, zal het broednest snel in omvang toenemen, er worden nu al zo'n 10.000 broedcellen verzorgd. 21 dagen later worden er dagelijks honderden jonge bijen (grijsjes) per dag geboren.

Achterblijvers

Ondanks de goede zorgen van de imker kan een volk achter blijven in zijn ontwikkeling. Dit zou echter in een goede imkerpraktijk een uitzondering op de regel moeten zijn. Volken, die medio maart over 4 of minder bezette straatjes beschikken moeten geholpen worden. Mits ze over een leggende koningin (niet darrenbroedig) beschikken, kunnen de volken als volgt geholpen worden:
Vervang ca 2 a 3 volle voerramen naast het broednest door 2 a 3 uitgebouwde vrij nieuwe ramen. Plaats op een goed ontwikkeld buurvolk een moerrooster en plaats het achtergebleven volk met broedbak zonder de kastbodem op dit moerrooster.
De warmte en bijen van het "ondervolk" zorgen voor een voortvarende ontwikkeling van het "bovenvolk". Beide volken zullen zich door de 2 gescheiden koninginnen snel ontwikkelen. Na 4 tot 5 weken kunnen beide volken weer gescheiden worden. Het bovenste volk komt op de standplaats van het onderste volk te staan, zodat het ook nog versterkt wordt met de vliegbijen.
Heeft men de behoefte om het aantal volken te verkleinen, dan kan men eveneens volken verenigen, door de broedbakken op elkaar te zetten of de met bijen bezette ramen naar een buurvolk over te hangen. Hiervoor zijn geen aanvullende maatregelen met kranten nodig.
Mocht men voorkeur geven aan een bepaalde koningin, dan kan de andere verwijderd worden. Zonder deze ingreep zal vaak de jongste koningin het gevecht tussen de 2 aanwezige koninginnen winnen.

De bloei van kersenbomen

 

Begin april bloeit de eerste bloesem van de (wilde) kers. De witte bloesem is vaak duidelijk te zien in het landschap. Zodra deze bloeit is het tijd om de eerste honingkamer te plaatsen. Het liefst met uitgebouwde ramen of anders met deels uitgebouwde ramen.
Om te voorkomen dat de koningin, bij een niet doorzettende dracht vanwege bijv. te lage temperaturen, de warmte van de bovenste verdieping opzoekt om eitjes te leggen, is het verstandig om een moerrooster te plaatsen. Mocht de honingkamer vanwege de niet beschikbaarheid van enkele uitgebouwde ramen uitsluitend uit kunstraat bestaan, dan is het verstandig het moerrooster 5 dagen later te plaatsen, anders vormt het moerrooster een barrière voor de huisbijen. Na 5 dagen zijn de bijen inmiddels aan het werk gegaan in de nieuwe honingkamer en de huisbijen zullen na het plaatsen van het moerrooster gewoon doorgaan met hun werk in de honingkamer. Voor het leggen van het rooster een pufje rook in de HK geven, dan zal een eventueel aanwezige koningin wel naar beneden lopen.

Het bouwraam

Zodra de honingbak aan het begin van de kersenbloei geplaatst wordt, kan tevens het eerste bouwraam met een klein reepje (0,5 cm volstaat) voorbouw geplaatst worden op positie 2 of 9 van de bovenste 10-raams broedkamer. Bij deze handeling worden ook overtollige volle wintervoerramen verwijderd en bewaard voor latere broedafleggers of kunstzwermen. De voerramen worden vervangen door ramen met kunstraat en een bouwraam. In ieder geval blijven er altijd 2 tot 3 volle voerramen achter als reservevoorraad voor het geval dat er niet of nauwelijks gevlogen en dus gehaald kan worden.
Een uitgebreide beschrijving van de voorjaarscontrole wordt opgenomen in deze rubriek in de uitgave van 10 april.

 

BIJENhouden

BIJENhouden

Leden ontvangen 6 keer per jaar het blad BIJENhouden met achtergrondverhalen, interviews, imkerpraktijk en verenigingsnieuws.

Imkerwinkel Het Bijenhuis

De imkerwinkel Het Bijenhuis,
Grintweg 273,
6704 AP Wageningen

De winkel is tot 9 januari gesloten.

tel: 0317-422 733
bijenhuis@bijenhuis.nl