Bijenwerk mei/juni

 

Download dit artikel als PDF-bestand

 

In deze uitgave van Imkernieuws aandacht voor:

• verlate start voorjaar op 14 april 2013: drachtplanten drie weken vertraagd;
• ondersteun de groei van de bijenvolken: uitstel van de zwermdrift;
• het einde van de voorjaarsdracht;
• overbruggen drachtarme periode tussen voorjaar en zomer;
• bestrijding van de varroamijt in zwermen.


Het voorjaar liet (te) lang op zich wachten

Op zondag 14 april lieten we het winterse voorjaar definitief achter ons. In vrijwel heel Nederland kwam de temperatuur aan het eind van de middag ruim boven de 20 graden, alleen Friesland, Groningen en Drenthe bleven achter met 18 graden. Door het koude zeewater werd het op de Waddeneilanden ruim 15 graden.
De drachtplanten hebben medio april ook een achterstand van 3 weken op de gemiddelde voorjaarsontwikkeling van de afgelopen 12 jaar. De wilg bloeit op 14 april volop.

Vroeg stuifmeel essentieel voor groei
Uit het NCB onderzoek blijkt dat de vroege wilgendracht een positieve bijdrage levert aan de kansen op overwintering van bijenvolken. Het vroegtijdige aanbod van voldoende en een goede kwaliteit stuifmeel is essentieel voor de groeifase van onze volken.
Klein en groot hoefblad, speenkruid, bosanemoon en vele anderen doen ook al mee. De sleedoorn begint al te bloeien en de eerste paardenbloemen doen ook al mee. Rond het weekend van 28 april komt de bloei van de paardenbloemen, de peer en de kers volop op gang.
De appelbloesem heeft dit jaar gewacht tot Bevrijdingsdag en neemt de rol als voedselproducent over van de kers, die al duidelijk in het blad begint te komen en de bloesem laat vallen.

Droogte remt nectarstroom
Alhoewel de paardenbloem rondom Hemelvaartsdag massaal staat te bloeien lijkt de droogte en de lage luchtvochtigheid de nectarstromen af te remmem, er worden nauwelijks bijen in de geel gekleurde weilanden gezien. Wellicht kan een verfrissende regenbui hierin verandering brengen.
Ongetwijfeld zal de voorjaarsbloeiperiode door de trage start korter en heftiger zijn als in voorgaande jaren. De winterdepressie slaat om in een euforie van voorjaarsbloemen. Wie goed de winter is uitgekomen met zijn volken lijkt in de periode van half april tot eind mei de slag om de voorjaarshoning te kunnen winnen, mits het weer goede temperaturen en voldoende regen brengt!
Aan de goede temperatuur ontbrak het in de tweede helft van mei. Water was er in overvloed.

Verenigen van de kleintjes
De kleine tot middelmatige volken zullen alleen na een vereniging met een lotgenoot hun bijdrage aan de bestuiving kunnen leveren en misschien zicht geven op een honingopbrengst in het voorjaar.

 

Ondersteun de volken in hun groei

Een beperking van de broed- en volksruimte stimuleert de zwermdrift. Geef daarom voldoende ruimte voor de ontwikkeling van het broednest. Voor het ene volk is dat 1,5 bak (broed- plus honingkamer als broedruimte), maar de meeste volken hebben - door invloeden van productievere ondersoorten - tegenwoordig 2 broedkamers nodig. Met een overdaad aan voeding neemt de dagelijkse eileg productie medio mei haar maximale waarden aan.

Volle voerramen wegnemen en bouwruimte geven
Een overschot aan volle voerramen (zowel voer als stuifmeelramen) kunnen de ruimte voor het broednest beperken. Vervang oude voerramen of een tijdelijk overschot aan stuifmeelramen in het broednest door ramen met kunstraat. Deze worden tijdens de voorjaarsdracht snel en netjes uitgebouwd en belegd.

40-dagen regel voor haalbijen
Een tweede bouwraam in de bovenbak (2e positie van rechts of links) geeft eveneens ruimte aan de groei- en bouwdrift van de volken. Bouwen van raat en hiermee ruimte voor het leggen van eitjes heeft een vertragende invloed op de zwermdrift. Hou bij de ontwikkeling van de volken de 40-dagen regel in de gaten, van ei tot haalbij duurt ca 40 dagen. De enorme groei van het broednest vanaf midden april levert dus pas tegen het einde van mei nieuwe haalbijen op. Ondertussen kunnen er in de eerste helft van mei wel dagelijks meer dan duizend jonge bijen geboren worden.

Spreiding broed en honingopslag
Het verstrekken van voldoende honingkamers geeft eveneens ruimte in het broednest, bij gebrek aan voldoende honingkamers wordt de honing rond het uitlopende broednest opgeslagen en wordt hiermee de omvang van het broednest terug gedrongen en de zwermdrift gestimuleerd.
Het achterblijven van de legcapaciteit van een matige moer kan ook resulteren in honingopslag rondom het broednest in de broedkamer(s).

Op 28 april 2013, twee dagen voor de Kroningsdag, werd op het Imkerforum de eerste voorzwerm gemeld. Het volk heeft tot deze abdicatie besloten en heeft de helft van het volk en de oude koningin buiten de deur gezet om hiermee ruimte te geven aan haar dochter(s) als opvolgster.


Het verzorgen van natuur- en kunstzwermen

Een natuurzwerm neemt altijd voor 3 dagen proviand mee. Die voeren we dus de eerste dagen niet in tegenstelling tot kunstzwermen, die direct gevoerd moeten worden. De voorkeur heeft een langdurige en beperkte gift van een 1:1 suikerwateroplossing. De bekende omgekeerde "HAK-pot" met kleine gaatjes in de deksel is een ideale en goedkope voerbak.

Mondjesmaat blijven voeren
Het adagium is blijven voeren met een niet overdreven hoeveelheid. Dit voeren blijft de bouwactiviteit en de eileg productie van de koningin en hiermee de groei van het volk ondersteunen.
Voor imkers, die niet dagelijks bij hun bijen kunnen komen, is suikerdeeg een handige oplossing. Bedenk echter dat bijen hiervoor wel water moeten halen om dit voer op te kunnen nemen.

Voorzwerm of veger
Bij een voorzwerm of veger (beiden beschikken over de oude leggende koningin) kunnen we na 9 a 10 dagen weer rekenen op gesloten broed en kunnen we zonder gevaar op het inballen van de koningin de volkjes controleren op het uitbouwen van de kunstraten, de eileg productie en de opslag van het voer. Te veel voeren geeft weer een beperking van het broednest en kan weer na 6 weken leiden tot opkomende zwermdrift.

Tuter en kwakers
In de hoofdvolken, van waaruit de vegers of vliegers gemaakt zijn, zullen op de dertiende dag de tuter en mogelijk kwakers van zich laten horen. Soms heeft een imker geluk en heeft het bijenvolk de tuter in de gelegenheid gesteld om haar concurrenten (de kwakers) uit de weg te ruimen. De imker treft in dit geval open gebeten moerdoppen aan.

Bekijk en luister naar een tuter op YouTube

 

Doppen breken na 16 uur ‘s middags
Door het breken van de nog aanwezige doppen en het laten uitlopen van de rijpe jonge moeren voorkomen we verdere nazwermen. Dit breken of openen van de doppen moet na 16.00 uur 's middags gebeuren ter voorkoming van nazwermen diezelfde dag. De jonge moeren zullen die avond en nacht de strijd onderling aanbinden tot er een nieuwe majesteit overblijft om het volk weer de nodige groei en harmonie te bieden. Zie je toch door onervarenheid of haastige spoed een dop of meerdere doppen over het hoofd, dan is de kans groot dat er de volgende dag toch een nazwerm afkomt.

Jonge volken opzetten
De hoofdvolken met redcellen zijn ook uitermate geschikt om meerdere nieuwe volken van te vormen. Deze volkjes krijgen na het wegbreken van de gesloten doppen een eigen geselecteerde of gekochte jonge onbevruchte moer of een moerdop, die op het punt staat om uit te lopen.
Met 2 ramen gesloten broed en een voerraam kan eind mei/begin juni een nieuw volk opgebouwd worden, die met de jonge moer tot in september zal blijven door groeien tot een volwaardig in te winteren volk.




De bloei van de meidoorns: hekkensluiter van het voorjaar

In de tweede helft van mei zullen de bloeiende meidoornhagen en -bomen het einde van de voorjaarsdracht melden. In streken waarin de meidoorns op de kleigrond staan, worden ze nog druk bevlogen door de bijen. Over het algemeen begint nu een periode van schaarste en moeten de volken bijgevoerd worden.
In dit bijzondere laat op gang komende voorjaar zou de vertraagde appelbloesem mogelijk gelijktijdig met de meidoornbloesem te zien zijn.

Bijvoeren met suikerdeeg in drachtloze periode
Om tijdens het bijvoeren in een drachtarme periode te voorkomen dat de bijen hun aanwezige honingvoorraden aanvullen met suiker uit een aangeboden suikerwateroplossing, bieden de kant-en-klare suikerdeeg verpakkingen van 2,5 kg een goede en veilige uitkomst voor de imker en zijn volken.
Suikerdeeg is veilig omdat de reukloze voeding minder kans geeft op berovingen door andere bijenvolken. De geur is neutraal en er kan minder snel mee geknoeid worden door de imker dan met suikerwateroplossingen.

Niet overal is schaarste
Het einde van de voorjaarsdracht kent natuurlijk altijd locale uitzonderingen.
De vuilboom of ook wel bekend als sporkehout, die in sommige bossen massaal als onderbegroeiing voor kan komen, begint over het algemeen in de 2e helft van mei voor het eerst te bloeien. Deze bloei herhaalt zich meerdere keren tot in de nazomer aan toe. De Robinia pseudoacacia (witte, of valse acacia) bloeit eveneens in de tweede helft van mei. In sommige jaren, zoals in 2011 bracht de bloei een geweldige honingoogst. Helaas is dit vaak meer uitzondering dan regel.
In juni mogen we weer gaan uitzien naar de bloei van de tamme kastanje en vooral de linde, de zomer hoofddracht voor menig imker.

Honingoogst in mei
Eind mei is normaliter de periode dat de voorjaarshoning voldoende ingedikt en verzegeld kan zijn. Deze kan vóór de bloei van de acacia geoogst worden. Voorjaarshoning zal over het algemeen door de verhouding glucose en fructose vrij snel kristalliseren en is dus bij uitstek geschikt om te verwerken tot crèmehoning.

 

Bestrijding van de varroamijt in zwermen

In de perioden dat een zwerm nog niet beschikt over gesloten broed, kan de zwerm bij uitstek behandeld worden met oxaalzuur tegen de op de bijen aanwezige mijten. Dit kan op het moment dat de natuurzwerm nog in de zwermkist of kieps zit.

Bij een veger kan dit terwijl de bijen in de emmer zijn afgeslagen of geveegd. Een week later, wanneer de koningin inmiddels weer eitjes en jonge larven heeft, kunnen de bijen op de ramen eveneens beneveld worden.

Bouwraam met open broed als val
Een alternatief is het meegeven in de veger of vlieger van een bouwraam met open broed, dat ruim een week later weg genomen kan worden omdat het darrenbroed dan gesloten is. De biotechnische mijtenval heeft zijn werk gedaan.

Voor de dosering e.d. is het raadzaam de Varroabrochure van BIJEN@WUR grondig te bestuderen.