Bijenwerk 2015 oktober/november

 

Download dit artikel als PDF
Bloeiende klimop (Hedera helix) is een waardevolle drachtplant laat in het bijenseizoen.

 

De onderwerpen in deze uitgave van Bijenwerk zijn:

  • Blijf de mijten in de gaten houden;
  • Houd muizen in de winter buiten de kasten;  
  • Geknoeid met heidehoning oogsten? Is persen iets voor u volgend jaar?
  • Rust in de bijen? Tijd voor een boeiende video over de kleine kastkever;
  • Doe mee met de winter APK en verlaag wintersterfte met sterke volken.

 

In de vorige editie van Bijenwerk is de varroabestrijding en het inwinteren behandeld. Het inwinteren ligt al weer achter ons. Heb je het gewicht van de kasten begin oktober nog even gecontroleerd door de kasten te liften? Het weer in september was goed om in te winteren en de bijen konden vaak nog voldoende stuifmeel verzamelen. Het was niet echt warm nazomeren, maar het kan slechter.

Overal bloeit op dit moment de Hedera helix. Kijk voor actuele berichten over o.a. imkerwerkzaamheden en drachtplanten op het NBV-BIJENBLOG.

 

 

Blijf de mijten in de gaten houden

In de eerste week na iedere behandeling valt ongeveer 70 tot 80% van alle mijten dood of bijna dood op de schuiflade. In de twee tot drie weken daarna valt de resterende 15%. Vallen er dagelijks in september nog 3 mijten op de schuiflade, dan heeft u ongeveer nog 250 x 3 (de gemiddelde natuurlijke mijtenval per dag) mijten in het volk zitten. In de winter is deze factor ongeveer 500. Dus bij een dagelijkse mijtenval in december van 2 mijten per dag, zitten er nog 1000 mijten in het volk. Dat is echt te veel!

 Duizenden mijten liggen op de schuiflade na de zomerbehandeling

Mocht het volk de winter toch overleven, dan zal het volk mogelijk het komende jaar vervroegd ten onder gaan.  De natuurlijke mijtenval in november en december moet dus niet veel boven de 0,5 mijt per dag komen. Blijf daarom ook de komende weken de mijtenval zo af en toe gedurende tenminste 3 aaneengesloten dagen in de gaten houden.

Voer voor de kerst de oxaalzuurbehandeling uit, maar daarover meer in de volgende Bijenwerk-editie van 23 november. 

Houd muizen op afstand

In de winter zoeken muizen ook een plezierig winterverblijf. Onze bijenkasten bieden een warme en voedselrijke overwinteringplaats, die zijn dus zeer aantrekkelijk voor muizen. Muizen kunnen desastreus zijn voor de winterzit van onze bijen. Ze eten bijenbrood en verstoren de winterzit van onze bijen, die hierdoor meer voedsel opnemen. De stress leidt vaak tot roer en de ondergang van het betreffende volk.

Zorg daarom dat er in oktober verkleinde vliegopeningen worden geplaatst. Zodra de openingen kleiner zijn dan 7 mm (hoogte) zullen de muizen buiten blijven.

Dr. Liebig verjaagt een muis en plaatst gaas om muizen buiten te sluiten. Bekijk de video.

 

Staan de kasten in de winterstand?

Zet je kasten enigszins naar voren hellend op de ondergrond. Dit voorkomt dat condenswater achter in de hoeken van uw bodems blijft staan. Vooral houten bodems kunnen hier slecht tegen en dode bijen in deze vochtige plekken kunnen moeilijk door het volk worden verwijderd. 

Het gebruik van folie en plexiglas i.p.v. een dekplank neemt toe onder de imkers – het is geweldig leuk om in de winter de tros gade te slaan – zorg wel voor een degelijke isolatielaag aan de binnenkant van het dak. Piepschuim of andere 2 cm dikke isolatieplaten (verkrijgbaar in het Bijenhuis) voldoen goed. De isolatie kan zomers blijven liggen, het voorkomt bij zinken daken een oververhitting van het bijenvolk.

Het persen of slingeren van (heide)honing

De heidehoningoogst was dit jaar redelijk, maar niet voor iedereen. Ieder jaar zijn er imkers, die voor het eerst naar de heide gaan en achteraf geconfronteerd worden met de geleiachtige honing, die maar zo lastig te slingeren is. Misschien is daarom een fruit- of honingpers een aardig alternatief voor het kolbtoestel. Zie voor een toelichting in Imkerpedia op het kolbtoestel.

Waarom zou je kiezen voor het persen van honing? Bijvoorbeeld  omdat je niet de beschikking hebt over een slinger. Een RVS-slinger is een kostbare investering, die vaak niet snel terug verdiend wordt met 1 of 2 volken. Een pers is goedkoper in aanschaf. Om die reden hebben bijenverenigingen vaak een slinger, die in bruikleen gegeven kan worden. Een handige service voor leden, die net begonnen zijn of die slechts een paar volkjes hebben. 

Er zijn nog andere redenen om te persen, bijvoorbeeld het gebruik van toplatten in plaats van houten raampjes. Toplatten worden o.a. gebruikt in Warrékasten en TBH’s.  De natuurlijke raat aan de toplatten kan - voor zover deze verzegeld is en onbebroed is - ook gebruikt worden als raathoning. Zie de volgende video. 

 

De eventueel onverzegelde honing of honing uit eerder bebroede raat kan vervolgens geperst worden.

Overigens kan natuurraat uit de Warrékast of de TBH wel geslingerd worden. Daarvoor moet je de raat in een gazen doos verpakken (denk aan het dicht te klappen rooster waarin je vis op de BBQ kunt leggen).  Zie hiervoor op Imkerpedia.

Persen heeft ook voordelen. De luchtbelletjes en zeer kleine wasdeeltjes, die bij het slingeren in de honing komen, blijven bij het persen nagenoeg achterwege. Je kunt vrij snel na het persen de honing in potten stoppen. Een ander hinderlijk verschijnsel zoals “het vollopen van de RVS-zeven” met resterende waszegeltjes speelt ook minder een rol bij het persen.

Het gebruik van een RVS-persbak houdt de raat, die geperst wordt bij elkaar in de persbak, je mist dus de waszegeltjes.

Hoe gaat persen in zijn werk?
Er zijn echte honingpersen en meer eenvoudige fruitpersjes in de handel verkrijgbaar. De meeste bestaan uit een buitenbak met uitstroomopening en een binnenbak met daarin een persmechanisme. Soms wordt een kaasdoek of nylon zak bijgeleverd, maar door de hechte raatstructuur is deze eigenlijk niet nodig. Wellicht kun je deze wel goed gebruiken als je de raat vooraf volledig “cruncht”.  Maar dit crunchen is niet echt nodig, blijkt uit ervaring.

De raat met honing wordt in grote brokken gesneden, die vervolgens in de binnenbak gedaan worden. Daarna wordt door middel van het persmechanisme de druk op de raat zodanig verhoogd dat de honing uit de raat geperst wordt. De honing vloeit vervolgens via de uitstroomopening in de opvangbak. De uitstroomopening van sommige fruitpersjes blijkt met name voor de geleiachtige honing te klein te zijn. Een ander type buitenbak met grote uitlaat is noodzakelijk voor heidehoning.

Conclusie: Het persen van honing is vooral handig voor het winnen van heidehoning en raathoning die aan de toplatten van de Warrékast en de TBH ontstaan is. Voor beginnende imkers, die nog geen slinger hebben, is een kleine fruitpers een optie.

Tijd over de komende maanden?   

De bijen kunnen met rust gelaten worden. In de wintermaanden heb je wel de gelegenheid om nieuwe kennis op te doen.  Een nieuwe uitdaging, die nu nog op veilige afstand speelt, maar ook zo maar hier kan uitbreken vormt de Kleine Kastkever. Hoe staat het er in op dit moment voor?

In het najaar van 2014 werd de kever aangetroffen op 61 bijenstanden in de Italiaanse regio’s Calabrië en Sicilië. De laatste ontdekking van een nieuw geval was in december 2014 in Gioia Tauro in Calabrië. 9 Maanden later – 16 september 2015 – werd binnen het bestaande vervoersverbodgebied weer een nieuwe besmetting ontdekt. Het betrof hier een bijenstand van 32 volken, in 8 volken werden zowel larven als volwassen kevers aangetroffen. Alle volken op de bijenstand werden  vernietigd en de omliggende grond (vanwege aanwezige poppen) werd ontsmet. Met deze maatregelen probeert men de besmetting uit te bannen. Het is overigens zeer de vraag of dit lukt.

Wil je meer weten over het leven van de kleine kastkever kijk dan eens naar de boeiende en leuke presentatie van entomoloog prof. Jamie Ellis.

 

Winter APK van de bijenvolken: doe mee!

Direct naar het
Winter-APK
aanmeldformulier

De afgelopen twee jaar hebben we ook een dergelijk oproep geplaatst. Het aantal deelnemers is groeiende. Vorig jaar deden bijna 100 imkers met bijna 1000 volken mee.

  • Deze imkers hebben hun volken via het plexiglas of folie omstreeks 1 november beoordeeld op grootte en deze informatie via de NBV site doorgegeven.
  • Uit het onderzoek bleek dat er toch nog redelijk wat zwakke en middelmatige volken ingewinterd worden. Dat is overigens begrijpelijk indien je maar 1 of 2 volken hebt. Toch blijkt uit dit onderzoek dat zwakke en middelmatige volken een veel grotere kans hebben de winter niet te overleven.
  • Zwakke volken binnen het onderzoek hadden in2013/2014 1 op de 3 kans verloren te gaan en in 2014/2015 zelfs 1 op 2. 50% van de zwakke volken overleefde de winter dus niet.
  • Van de totale populatie sterke volken ging binnen dit onderzoek in 2014/2015 “slechts” 7,4% dood. In 2013/2014 was het sterftepercentage onder sterke volken nog lager. Uitsluitend sterke volken aanhouden loont dus.
  • Op grond van deze informatie zou het dus verstandig zijn om in het geheel geen zwakke volken aan te houden, voeg ze daarom samen met de middelmatige volken, die hiermee samen betere overlevingskansen hebben.  Het samenvoegen kan ook nog in de late herfst en zelfs in de winter.
  • Om imkers zelf te laten ervaren hoe volken de winter door komen, wordt dit onderzoek dit jaar nogmaals herhaald. De beoordeling op de overleving van de volken wordt in het voorjaar gedaan.

Wil je meer weten over dit onderzoek en/of deelnemen, kijk dan voor meer informatie op de NBV- WinterAPK webpagina.

 

Winterklaar volk in een TBH eind september 2015