Bijenwerk 2016 oktober/november

 

Herfstijloos (Colchicum autumnale)

Download dit artikel als PDF

 

In deze editie van Bijenwerk:

Overal bloeit op dit moment de klimop (Hedera helix). Kijk voor actuele berichten o.a. over imkerwerkzaamheden en waarnemingen in de volken op het NBV - BIJENBLOG.

 

Heeft de varroabehandeling succes gehad?

In oktober en november moet de dagelijkse mijtenval fors gereduceerd zijn. De zomerbehandeling ligt al ver achter ons en de pieken in de mijtenval, zoals we die in de vier weken na de behandeling hebben gezien, zijn, als het goed is, verdwenen.

Dagelijks vallen er in oktober enkele mijten uit het steeds kleiner wordende broednest. In november moet de mijtenval gereduceerd zijn tot 1 mijt per twee dagen. Met een gemiddelde van een halve mijt per dag in november zitten er nog zo’n 250 mijten in het volk. Mocht je deze gemiddelde mijtenval of meer tegenkomen in je volken, dan is dit zeker een goede reden om de oxaalzuurbehandeling in december uit te voeren. Daarover meer in de volgende editie van Bijenwerk van 23 november.

Muizen en mijten: hou ze vooral buiten in herfst en winter

Het zijn van die schattige beestjes, maar muizen kunnen voor bijenvolken een behoorlijke stressfactor zijn in de winter. Het bijenbrood en bijen aan de rand van de wintertros of dode bijen staan op hun menu van de muis. Hou ze buiten door in oktober al de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen in de vorm van verkleinblokjes in of volièregaas voor de vliegopening. Een opening van maximaal zeven mm hoogte is voldoende om muizen buiten te houden.

Varroamijten kun je beter ook buiten houden. Het blijkt dat in gebieden met veel bijenvolken de herbesmetting met mijten uit naburige verzwakte, sterk met mijten aangetaste volken vele malen groter is dan in gebieden met weinig bijenvolken. Je kunt hier, indien je de winter op zoek gaat naar een nieuwe bijenstandplaats, vast rekening mee houden. De winterbehandeling, zoals hier boven al genoemd, is ook bedoeld om deze herbesmetting weer ongedaan te maken.

 

Zijn de volken voldoende ingewinterd?

Door de bijenkasten in oktober nog eens tweezijdig te liften ontstaat een redelijk gevoel over de aangelegde wintervoorraad. In september kun je soms op het verkeerde been gezet worden vanwege het gewicht van gesloten broed. In de loop van oktober is dit broed grotendeels uitgelopen en is het gewicht een redelijk betrouwbare indicatie van de opgebouwde wintervoorraad.

In deze You Tube video wordt een spaarkast gecontroleerd op broed- en wintervoorraad.

Controleer na het liften van je kasten tevens de stand van je bijenkasten: een lichte helling naar voren zorgt voor een goede afvoer van het condenswater, dat vaak gedurende de winter op de zijwanden neerslaat. Een goed geïsoleerd plafond aan de binnenzijde van het dak voorkomt condensvorming aan dekplaat of dekplank. Er is niets zo hinderlijk voor de bijen dan druppels water op de wintertros.

Winter APK: volg de ontwikkelingen in je volken in herfst en winter

Ook in de herfst en  in de winter kun je passief blijven imkeren en met een zekere regelmaat je bijen blijven volgen. Zodra de temperatuur in de nachten flink daalt, trekken de bijen zich terug op de wintertros. Door folie of plexiglas te gebruiken als dekplaat blijft het zicht op de wintertros mogelijk. Het aantal straatjes geeft dan een goede indicatie van de sterkte van je volken. Soms zitten de bijen dieper in de kast, maar meestal blijven ze goed zichtbaar.

Eind oktober/begin november is de omzetting van het zomer- naar het wintervolk nagenoeg voltooid. De geboorte van een nieuw volk is een feit. De kortlevende zomerbijen zijn vervangen door langlevende winterbijen. De winterbijen hebben door het eten van stuifmeel voldoende eiwitreserves aangelegd om de winterzit uit te dienen en in februari ook nog eens de eerste larven te voeden.

 

 

 

In onderstaande video controleert Dr. Liebig zijn volken in de herfst op sterkte:

Controle op bezette straatjes

Eind oktober/begin november kun je volgens het Winter APK onderzoek, dat de afgelopen jaren is uitgevoerd op basis van jullie ervaringsgegevens, met een redelijke zekerheid de kansen op een succesvolle uitwintering voorspellen. Volken met zeven of meer straatjes overleven het beste de winter. Volken echter die minder dan 5 straatjes bezetten, zijn kwetsbaarder en hebben een veel grotere kans de winter niet te overleven.  Dit wetende kun je de wintersterfte tegengaan  door uitsluitend sterke volken aan te houden. Ook in oktober en november kun je gerust nog te kleine volken verenigen. De werkwijze is eenvoudig. Je kunt de betreffende broedkamers met te kleine volkjes op elkaar plaatsen of je kunt de twee volkjes in één broedkamer samenbrengen. Hang de eventuele ramen met broed van beide volken bij elkaar of boven elkaar. Met de R in de maand zijn kranten en andere luchtjes bij de vereniging overbodig. De twee moeren zoeken het onderling wel uit. De sterkste en meestal de jongste overwint de strijd.

Nieuw Bijenwerk: kunstraatproductie in eigen beheer?

De afgelopen maanden werden imkers opgeschrikt door het bericht dat er vervuilde kunstraat in omloop was gebracht. In Duitsland, Frankrijk, België en Nederland constateerden imkers dat er nauwelijks volwassen broed tot stand kwam bij het gebruik van bepaalde partijen nieuw kunstraat. Vooral voor de imkers, die via schudzwermen de volken volledig dachten te verschonen, was dit een hard gelach. De nieuwe volkjes kwijnden weg vanwege het niet goed tot ontwikkeling komen van het nieuwe broed. Onderzoeken zijn nog steeds gaande.

Dit alles noopt de imkerwereld om na te denken over onze toekomstige kunstraatproductie. We wisten natuurlijk al dat er in een bepaalde (geringe) mate sprake was van een vervuiling van onze kunstraat met zowel gewas- als varroabestrijdingsmiddelen, maar de bijmenging van paraffine en stearine door wasproducenten van buiten Europa zijn nieuw en wellicht de bekende druppel.
We kunnen lering trekken uit dit voorval. Gangbaar is  dat  alle oude bijenraten in Nederland werden ingeleverd, verzameld en gerecycled tot nieuwe kunstraat. Is het tijd voor een nieuwe vorm?

Zonnewas- en stoomwassmelters faciliteren

Bijenverenigingen zouden het gebruik van zonnewas- en stoomwassmelters kunnen faciliteren en op deze wijze de was van hun leden verzamelen. Vele kleintjes maken één grote en met een partij was van 30 tot 50 kg zijn er zeker producenten in Nederland te vinden, die deze hoeveelheid omzetten naar een keurige partij schoon kunstraat. Alternatief voor  verenigingen is een eigen kunstraatpers aanschaffen en die aan de leden beschikbaar stellen. Er zijn zowel versies voor simplex- als voor Dadant formaat verkrijgbaar in de imkerhandel.

Willen we schoon  beginnen en de contaminatie van de huidige kunstraatomloop  een halt willen toeroepen, dan zouden we in eerste instantie met name de zegeltjeswas en de bouwramen kunnen verzamelen en deze omwerken naar ruwe was en vervolgens naar kunstraat. Dit leidt uiteraard op korte termijn tot een tekort aan kunstraat.  Dit tekort kunnen we compenseren door de bijen meer en meer zelf de raampjes uit te laten bouwen. Deze natuurraat en was uit zelf geproduceerde kunstraat kunnen later wel weer gebruikt worden om nieuwe schone was te produceren. Met een aangepaste vorm van raatvernieuwing en kunstraatproductie kunnen we meer eigen was produceren en ons onafhankelijk maken van buitenlandse importen.

Een zelfvoorzienende imkerij, die op basis van natuurzuivere raat, natuurzuivere Nederlandse honing op de markt brengt, is een aantrekkelijk toekomstperspectief.