Oxaalzuur winterbehandeling

Inhoud

 

December is bij uitstek de maand voor het oxalen

December is de enige maand dat er zeer weinig of überhaupt geen broed meer in de volken voorkomt. Deze uitzonderlijke situatie zorgt er voor dat alle nog aanwezige varroamijten op de bijen vertoeven. Dit maakt de mijten extra kwetsbaar, want ze kunnen zich niet meer ‘verstoppen’ in het broed. Middelen, die hogere temperaturen nodig hebben om te verdampen, zoals mierenzuur en thymovar werken  in oktober nauwelijks meer, laat staan in december.

Gelukkig beschikken we over het middel oxaalzuur. Feitelijk hebben we hier over oxaalzuurdihydraat kristallen, eenvoudig oplosbaar in water of in een suikerwater oplossing. De oplossing wordt vervolgens gedruppeld op de wintertros. Daarnaast kunnen de kristallen door verhitting (sublimeren) verspreid worden in het bijenvolk. Het middel is in lage doseringen nog zeer effectief. Uit proeven is gebleken dat bijna 96% van de mijten bij een eenmalige behandeling in december het loodje legt. In januari komt er vrijwel zeker broed in de volken. Behandel ze daarom in december en niet later!

Hoe werkt het zuur eigenlijk?

De oxaalzuurkristallen slaan na toepassing van de behandeling overal neer in de kast, op de raten en op de bijen. Via de haren van de bijen verspreiden de kristallen zich door de wintertros en komen zo ook in contact met de mijten.  Dit geldt zowel voor het sublimeren (verhitten van oxaalzuurkristallen) en voor het druppelen van de oxaalzuuroplossing. De werking berust op het feit dat de kristallen zich rondom de zuignappen aan de poten van de mijten verzamelen en daar via een membraan na enige uren oplossen en in de ‘bloedbaan’ van de mijt terecht komen (bron: Gerhard Brüning). Binnen 24 uur is de mijt dood. Aangezien de mijten soms diep onder en op de bijen in de wintertros verstopt zitten kan het wel enige dagen duren voor alle mijten met de oxaalzuurkristallen in aanraking komen. Bijen hebben ook zuignappen onder de voetzolen, echter deze staan uitsluitend open als de bijen zich op gladde oppervlakken begeven.

Bezwaarlijk voor de bijen? 2x is 1x te veel! 

Sommige bijen nemen een deel van de suikerwateroplossing op via het maag/darmkanaal. Bij de sublimatie methode is hier uiteraard geen sprake van. Aangezien de suikerwateroplossing nog steeds  een zuur is, is de oplossing etsend. Het is dus in staat de darmwand aan te tasten, echter bij doseringen tot maximaal 4%-oplossingen is er geen sprake van direct zichtbare gevolgen voor de bijen. Bij een bovenmatige dosering zowel in volume als in sterkte zorgt het wel voor directe schade. Pas daarom de juiste dosering toe bij het klaar maken van de oplossing. Pas de bestrijding uitsluitend eenmalig toe. Vallen er honderden mijten, denk dan niet dat je nogmaals moet bestrijden, want dan loopt het echt dodelijk af voor die bijen, die de oplossing voor de tweede maal consumeren. Ga bij de val van honderden mijten wel te rade bij jezelf en probeer er achter te komen waar die enorme mijtenval vandaan komt. Was de zomerbehandeling te laat uitgevoerd? Of staan de bijenvolken in een druk imkergebied met vele tientallen volken?

Altijd oxalen?

Uit eerdere onderzoeken via Imkernieuws blijkt dat ongeveer 75% van de imkers de oxaalzuurbestrijding uitvoert. Je kunt de toepassing van de oxaalzuurbehandeling ook laten afhangen van de natuurlijke mijtenval. Maar dan moet je er wel heel zeker van zijn dat je gaasbodems alle mijten ongehinderd door laten en dat er geen kapers op de kust zijn, zoals oorwormen en pissebedden, die ook in de winter nog actief kunnen zijn. Indien de natuurlijke mijtenval (de val van mijten met een natuurlijke doodsoorzaak, dus niet van onze bestrijdingsmiddelen) beperkt blijft tot 1 mijt per 4 dagen (uiteraard gemeten over een langere periode), dan bevinden er zich ongeveer 125 mijten in het volk. In zo’n geval zou je kunnen overwegen de behandeling achterwege te laten, echt verstandig is dit overigens niet. Je kunt ook kiezen voor zekerheid en ieder volk behandelen om zodoende de besmetting onder de 50 mijten te krijgen en zicht te krijgen op de werkelijke besmetting van je volken.

De mijtenval in de 2 weken na de behandeling geeft exact weer hoe het staat met de mijtenbesmetting in je volken. Die kennis kun je goed gebruiken bij de evaluatie van de uitgevoerde zomerbehandelingen en de mogelijke varroa-hygiëne die al in je volken aanwezig is.

Curatief of preventief?

Uit bovenstaande blijkt al dat de bestrijding meer gericht is op de toekomst dan op het heden. De vorming van de langlevende winterbijen ligt al achter ons. Is die populatie in de afgelopen weken te klein of te zwak geworden, dan helpt de oxaalzuurbehandeling echt niet dit volkje de winter door te komen. Daar is het al te laat voor. De oxaalzuurbehandeling geeft het volk echter wel een redelijke schone start in het komende voorjaar.

Pas de behandeling toe bij temperaturen tussen de -5 en de + 5 gaden Celsius. Bij hogere temperaturen komen de bijen los van de tros en kunnen de druppels hun effect missen.

Hier laat Dr. Liebig zien hoe het oxaalzuurdruppelen verloopt.

 

 

Hoe bereidt u de oxaalzuuroplossing?

Maak een handwarme oplossing van 600 gr. kristalsuiker en 600 ml. zacht water (of gedemineraliseerd water, indien uw leidingwater te hard is). Deze verhouding resulteert in 1 liter suikerwateroplossing.

Voeg hieraan toe 35 gram oxaalzuurkristallen en los deze al roerend goed op. Pas op voor overdruk, als de vloeistof in een 1,5 liter Petfles wordt bereid door middel van schudden! 

Het verdient de voorkeur de oplossing voor het druppelen op de bijen op kamertemperatuur te brengen, dit voorkomt het verkleumen van de bijen, die aan de buitenkant van de tros zitten. U dient 5 a 6 ml per straatje op de bijen te druppelen met gemiddeld 30 ml per volk en een maximum van 50 ml per sterk volk. Hiervoor kunt het beste een grote injector (100 ml) zonder naald gebruiken.

NB De oxaalzuuroplossing is maar beperkt houdbaar en zeker niet tot de volgende winterbehandeling. Maak de hoeveelheid oplossing aan die u ongeveer denkt nodig te hebben. Het restant niet bewaren!

 

Extra aandacht voor kleine volkjes

Bij toepassing van een te koude oplossing kunnen bijen verkleumen en uiteindelijk dood gaan. Pas de oxaalzuur-suikerwateroplossing daarom toe op een handwarme temperatuur.  Bij kleinere volkjes moet er met een aangepaste dosering gewerkt worden. Bij 3 straatjes is 15 ml al voldoende, meer kan - zeker bij zwakke volkjes - de ondergang van het volk betekenen.

Sublimeren is specialisten werk

Een effectieve behandeling vraagt een iets hogere omgevingstemperatuur,want bij een te compacte wintertros zal de damp moeilijker in de kern van de wintertros doordringen. 

Voor het verhitten van oxaalzuurkristallen zijn aanvullende gereedschappen en beschermingsmiddelen nodig, vandaar de term ’specialistenwerk’. In deze video wordt uitgelegd wat de benodigdheden zijn en op welke wijze deze toegepast kunnen worden: