27-12-2024

Celgrootte en werkster- of darrenbroed?

De varroamijt heeft een duidelijke voorkeur voor larvaal broed in darrencellen. Is er voldoende darrenbroed beschikbaar dan is dit broed meestal 10x vaker besmet dan werksterbroed. Hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te wijzen, zoals:

  1. de celgrootte van darrenbroed is beduidend groter dan werksterbroed, waardoor er meer broedgeurstoffen vrij kunnen komen;
  2. darrenlarven zijn groter en hebben dus vaker en meer voedsel nodig, dit leidt tot meer bezoeken van voedsterbijen, die mogelijk besmet zijn met een varrroamijt
  3. de darrenlarf is veel groter dan een werksterlarf waardoor de hoeveelheid broedgeurstoffen groter is en dus al eerder opgemerkt wordt door de varroamijten. Blijkbaar moeten de geurstoffen een bepaalde drempelwaarde overstijgen om opgemerkt te kunnen worden door de varroamijten.
  4. deze drempelwaarde wordt bij werksterbroed pas bereikt net voordat de werksterlarf zich begint in te spinnen, een darrenlarf bereikt deze drempelwaarde al drie dagen voor het moment van inspinnen/sluiten van de cel.

Een onderzoeker was blijkbaar nieuwsgierig naar het omslagpunt voor de koningin, waarbij de keuze gemaakt wordt voor het bevruchten van het eitje of het onbevrucht laten van het eitje. Dit laatste resulteert in darrenbroed, het eerste in werksterbroed. 

Voor dit onderzoek gebruikte hij een bijenvolk afkomstig uit Italie, te weten de ondersoort Apis mellifera Ligustica. Het volk werd gehuisvest op raten met verschillende celdiameters, variërend van 5,0 mm tot 7,0 mm met steeds 0,5 mm oplopend verschil. Onafhankelijk van de celgrootte was de koningin in staat om eieren in alle cellen te leggen. Vervolgens verzorgden de werkbijen de uitgekomen larven.

Er werden in cellen van 5,0 mm breedte uitsluitend werkstereieren gelegd, echter  in cellen van 5,5 mm breedte werden zowel werkster- als darreneieren gelegd, terwijl er alleen darreneieren werden aangetroffen in cellen van grotere formaten.

Opmerkelijk is dat het geslacht van de nakomelingen werd aangepast aan de verschillende celgroottes. Alleen vrouwelijke bijen (werksters) werden geproduceerd in raten met kleinere cellen (5,0 mm), terwijl mannelijke bijen (darren) werden voortgebracht in raten met grotere cellen (6,0 mm, 6,5 mm en 7,0 mm). Wat betreft de cellen van gemiddelde grootte (5,5 mm) waren zowel werkster- als darrenbroedsels willekeurig verspreid over de raat aanwezig.

Het bijzondere van dit onderzoek is dat de Europese bij blijkbaar een duidelijke voorkeur heeft voor kleinere cellen voor het werksterbroed, zodra er 5,5 mm cellen aangeboden wordt, slaat de twijfel toe en zitten we blijkbaar met 5,5 mm in het overgangsgebied van werkster- en darrenbroed. Onze huidige 5,4 mm kunstraat cellen zitten dus blijkbaar aan de uiterste bovengrens aan voor werksterbroed. 

Het onderzoek toonde tevens aan dat de darren opgegroeid in de grotere cellen ook in lichaamsgrootte toenamen. De conclusie uit het onderzoek luidde: 

Samenvatting van het onderzoek: De groei en ontwikkeling van honingbijen wordt beïnvloed door veel factoren, waaronder de celgrootte van de broedraat. Grotere werkbijen kunnen worden verkregen door ze in grotere cellen op te kweken. Of celgrootte hetzelfde effect heeft op de ontwikkeling van darren, is echter nog onbekend. In dit onderzoek, waarin gebruik is gemaakt van 3D-geprinte raatfundamenten, hebben we de ontwikkeling van darren in broedcellen van verschillende groottes waargenomen, vanaf het late larvale stadium tot aan de uitkomst. De resultaten toonden aan dat darren in grotere broedcellen zwaarder waren en langere lichamen, bredere koppen, borststukken en achterlijven hadden in vergelijking met darren in kleinere broedcellen. Bovendien nam het lichaamsgewicht van darren in alle ontwikkelingsstadia lineair toe met de celgrootte van de raat. Andere morfologische veranderingen tijdens de ontwikkeling waren echter niet evenredig aan de veranderingen in celgrootte, wat leidde tot kleinere cellen met een hogere vulfactor (borstbreedte/celbreedte). Onze bevindingen bevestigen dat de celgrootte van de raat invloed heeft op de ontwikkeling van honingbijen; darren worden groter wanneer ze worden grootgebracht in grotere cellen.

Ben Som de Cerff, hobby-imker en docent bijenteelt

 

Deel dit bericht

Reacties

  • Benniehutten

    27-12-2024 om 12:31

    hallo Ben , is de kwaliteit van een grotere dar ook beter voor de bevruchting van de moer.

    Ha Bennie, misschien kan een grotere dar wel sneller vliegen, maar het sperma wordt al in de larf ontwikkeld. Dus de kwaliteit van het nageslacht zal hetzelfde zijn. Lengte of omvang zijn niet bepalend voor de kwaliteit van leven. Alhoewel te dik of te groot nadelig is. Groet, Ben

  • Gerrit

    27-12-2024 om 12:34

    Hou Ben,
    Jouw blog lezende plopt bij mij de vraag op: als bijen op raat met kleine cellen worden gehouden, bouwen ze dan op een bouwraam of op het lege hoekje van een raam ook kleiner darrenraat?
    Groeten Gerrit

    Ha Gerrit, persoonlijk kan ik het verschil niet waarnemen. De bijen bouwen namelijk natuurlijke darrencellen zonder kunstraat. Maar in theorie zouden ze een fractie kleiner kunnen zijn. Groet, Ben

  • Roland

    27-12-2024 om 13:48

    Dus bij 5,0mm cellen alleen werkster broed en bij 6,0mm cellen alleen darrenbroed. Deze koningin had nog wel keuze in cel grote.

    Nu vraag ik me af hoe de koninginnen zullen reageren wanneer er alleen maar 6,5mm cellen aanwezig zijn?

    Andere vraag: bij onze 5,4mm cellen zien we toch geen darrenbroed, dit terwijl ze dat wel gedeeltelijk in dit onderzoek vonden bij 5,5mm?

    Ha Roland, blijkbaar is 5,5 mm de bovengrens voor werksterbroed en de ondergrens voor darrenbroed. Je kunt voor werksterbroed dus beter de natuurlijke celmaat van 5,1 mm gebruiken.
    Bij uitsluitend raat van > 6 mm krijg je mogelijk helemaal geen werksterbroed. Maar dit is theorie. Waarschijnlijk knagen de bijen grote cellen weg en proberen ze toch ongeveer 5,2 mm cellen bouwen. Groet, Ben

  • Gerhard

    27-12-2024 om 13:56

    Ha Ben,
    Ik imker met al mijn volken op 5.1 mm kunstraat in combiramen , 4.9 mm werkt bij mijn volken niet daar maken ze een rommeltje van. alle broedramen wel een hoek va n 8x8 cm eruit voor de darren raat De honing kamer allemaal 5.4 mm. weinig last van mijten.
    Fijne jaarwisseling, en een goed bijenjaar 2025 toegewenst.
    GR. Gerhard

    Eensgelijk Gerhard! Groet, Ben

  • Miel

    27-12-2024 om 13:59

    Hoi Ben,

    Een erg interessant stuk. Nu had ik nog een vraag over mijn eigen bijenvolk.
    Ik heb deze vorige zomer op twee broedkamers gezet. Dit omdat de kast erg vol was.
    Nu heb ik hier achteraf we spijt van omdat het behandelen met oxaalzuur hierdoor lastig wordt: er blijven bij het losmaken van de twee bakken vaak raten plakken, wat ik dan ook niet durf.

    Is het mogelijk om het volk komend voorjaar het volk weer een bak te laten bewonen, en hoe doe je dit zonder dat het volk te maken krijgt met grote verliezen?

    Bedankt alvast!

    Ha Miel, tijdens de voorjaarscontrole kun je meestal de lege onderbak wegnemen. Concentreer in ieder geval de ramen met het meeste broed in één bk aangevuld met voerramen. De rest afgeven in deze bk. Bij een bezetting van 9 ramen een moerrooster en hk erop. Groet, Ben

  • hero

    28-12-2024 om 11:55

    Ik werk met natuurbouw, kijk als darren groter worden en dus zwaarder, wie weet zijn ze dan trager dan hun lichtere broertjes? en kunnen ze moelijker de moeren bevruchten. De natuur heeft overal een antwoord op, Imkers denken vaak onnatuurlijk over hun bijen, Broeder Adam zei al, laat de bijen het zeggen! mijn volken zijn sterk deze winter met een enkele uitval. Het gaat dan steeds over overjarige moeren, Ben bedankt voor je mooie site, wens je een gezond nieuwjaar, zowel Ben als zijn bijtjes, Groet Hero.

Uw reactie

Vink onderstaand controlevakje aan tegen spamrobots

Blijf op de hoogte

Wilt u automatisch een e-mail ontvangen zodra Ben Som de Cerff een nieuw blogbericht heeft geplaatst?
Meldt u zich dan hier aan.