NBV draagt Bijenhuis over aan Bijenhuis BV i.o. (de Traay)

foto v.l.n.r.: Wouter Vuijk - imkerij de Traay, Jan Dommerholt - voorzitter NBV,
Jan van den Berg Jeths - namens Bijenhuis BV i.o., Bert Willigenburg - penningmeester NBV.

De plannen tot verhuur of verkoop van het NBV verenigingsgebouw, het Bijenhuis in Wageningen, zijn op 8 december 2016 geconcretiseerd. Bijenhuis BV i.o. neemt per 1 januari aanstaande haar intrek in het gebouw en zet de winkelactiviteiten voort. 

De vereniging houdt in het pand haar kantoren voor het secretariaat en de ruimte voor cursussen en vergaderingen.

Als belangenvereniging voor imkers en hun bijenvolken achtte het NBV bestuur het in stand houden van een commerciële onderneming niet langer verantwoord. Het bestuur is zeer verheugd dat deze overeenkomst met Bijenhuis BV i.o. is gesloten. Daarmee behoudt het gebouw aan de Grintweg haar door velen gewaardeerde functie waarvoor het in 1971 door de leden is opgericht.

Bijenhuis BV i.o huurt het pand. Aan de ALV wordt in april 2017 voorgelegd het gebouw te verkopen aan de huurder. De betrokken medewerkers zullen met behoud van rechten in januari aanstaande in dienst treden bij de huurder. Die zal ook de samenwerking met de circa vijftien NBV-depothouders in het land voortzetten en versterken.

Nieuwe fase 

De NBV gaat met de overdracht van de winkel een nieuwe fase in. De vereniging zal zich nadrukkelijker gaan richten op haar kerntaken, waaronder het faciliteren van een grote groep betrekkelijke nieuwkomers in de imkerij. Het bestuur werkt de komende maanden aan een korte en lange termijnvisie.

Imkerervaring in Bijenhuis BV

Bijenhuis BV wordt gevormd door drie enthousiaste, vakbekwame, ervaren imkers: Conny Gensen, 25 jaar imker, Wouter Vuijk van imkerij de Traay, 50 jaar imker en Jan van den Berg Jeths, 10 jaar imker. De naam ‘Bijenhuis’ blijft als vertrouwd merk bestaan, het assortiment wordt uitgebreid, de webwinkel vernieuwd. Vanuit het Bijenhuis zal promotie van Nederlandse honing gaan plaatsvinden. De hout- en waswerkplaatsen krijgen een nadrukkelijker rol: de kunstraatproductie wordt verhoogd, de timmerwerkplaats gaat zich meer toeleggen op speciale opdrachten. Als vanzelfsprekend blijft de winkel dé ontmoetingsplek voor imkerend Nederland.