Rapport inventarisatie bijenvolken

In het voorjaar van 2021 heeft de NBV een enquête uitgestuurd naar de leden van zes lokale imkersverenigingen (Den Haag, Delft, Zuidlaren, Ruinen, Middelbeers en de Wal van Brabant) om een indruk te krijgen van a) het aantal bijenvolken in een bepaald gebied en b) de methodiek en analyse van een mogelijke inventarisatie van bijenkasten in Nederland. Een inventarisatie van imkers en bijenkasten is namelijk van belang om diverse redenen:

• de Europese subsidie voor het honingprogramma is afgestemd op het aantal bijenkasten in ons land,  
• om inzage te verkrijgen in mogelijke concurrentie tussen honingbijen en wilde bestuivers en
• om bijengezondheid te waarborgen bijvoorbeeld bij een uitbraak van  Amerikaans Vuilbroed (AVB)

De enquête is over het algemeen zeer zorgvuldig ingevuld door bijna 40% van de imkers. Het aantal gemiddeld gehouden bijenvolken is in Drenthe en in Noord-Brabant vergelijkbaar (6,6 tot 8,1 volken). In het stedelijk gebied van Den Haag/Delft houden imkers gemiddeld minder bijenvolken, namelijk 3,7. De bijenkastinventarisatie is gemaakt van het aantal ingewinterde volken op basis van de eerste twee cijfers van de postcodes.

Naast het inventariseren van het aantal bijenvolken in een bepaald postcodegebied zijn er een aantal aanvullende vragen gesteld over de standplaats, het inzetten van de bijenvolken voor de bestuiving, het reizen met de bijen en de genomen maatregelen om de gezondheid van de bijen te bevorderen. Een samenvatting van het rapport over deze pilot inventarisatie is hier beschikbaar.